Steeds meer vintage- en tweedehands kledingwinkels
‘Winkels met tweedehandskleding rukken op in de winkelstraat’, klonk het laatst in NRC. Het is één van de vele veranderingen in de branche van mode en retail. Wat moeten we weten over vintage, tweedehands, retro – en wat is precies het verschil?

Liefde voor ‘pre-loved’
Waar kringloop- en vintagewinkels vroeger weggestopt zaten in rommelige uithoekjes van de stad, schitteren ze nu steeds vaker op de beste plekken, blijkt uit het NRC-stuk.
Spelen met je identiteit
Waarom een trenchcoat kopen die maar één seizoen hip is en snel slijt, als je voor hetzelfde geld een tweedehands exemplaar vindt dat tijdloos, uniek en luxer is? Precies dát maakt tweedehands zo aantrekkelijk voor jongeren, blijkt het. Deze markt biedt ruimte om te mixen, te experimenteren en je eigen stijl te laten zien, mede doordat het vaak om goedkopere producten gaat. Duurzaamheid speelt mee, bij de nieuwe generatie, net als financiële overwegingen, maar net zo goed het verlangen om zich te onderscheiden. Zoals Robin (15) in NRC zegt over alle nieuwe collecties: “Wat nu in de winkels ligt, is gewoon minder leuk. Iedereen lijkt zo op elkaar.”
Vintage en tweedehands: wat is het verschil?
- Tweedehands – een breed begrip: alles wat niet meer nieuw is, van een Zara-trui van vorig seizoen tot een spijkerbroek uit de jaren ’80
- Retro – nieuw gemaakt, maar in een oude stijl, zoals een sixties-jurk van H&M of sneakers in eighties-look
- Vintage – kleding van minstens 20 jaar oud, vaak herkenbaar aan de kwaliteit en stijl van toen, zoals een leren jas uit de jaren ’90
- Antiek – kleding van 75 tot 100 jaar of ouder, zeldzaam en meestal te vinden bij verzamelaars of in musea, zoals een petticoat-jurk uit de jaren ’10
Grote merken doen mee
NOS meldde al eens dat steeds meer grote merken hun eigen ‘pre-loved’ platforms starten. Zara, H&M en Zalando verkopen hun eigen kleding inmiddels ook tweedehands. Daarmee is circulair winkelen een mainstream fenomeen.
Oude kleding, nieuwe toekomst?
Wat de grote modeketens doen, kunnen kleine winkels ook. Er zijn veel duurzame initiatieven te bedenken die inspelen op deze bewustwording: een vermaak-service zodat kleding langer meegaat, inzameling van oude stukken voor een tweede leven, of kledingruil-middagen die de winkel tot ontmoetingsplek maken… Steeds meer mensen zijn hier gevoelig voor. Je kunt de klant inspireren met de liefde voor oude producten, circulaire economie en bewustwording.
Feiten op een rij
- 55% van de Nederlanders kocht in 2024 weleens tweedehands spullen
- Het aantal tweedehands kledingwinkels is in de afgelopen twaalf jaar met 40% toegenomen
- Ook met het ‘kringlopen’ gaat het goed: deze branche zamelde in 2024 zo’n 154 miljoen kilo spullen in – meer dan een jaar eerder – waarvan 63% wordt hergebruikt
- De meeste tweedehands kledingwinkels vind je in Noord-Holland (155) en Zuid-Holland (124)
- Maar voordat je denkt dat alleen de Randstad grasduint in kledingbakken: in Friesland is de sterkste groei van tweedehands kledingwinkels te zien - 75%
- Opvallend: vrouwen lopen voorop. 82% van de ondernemers achter tweedehands kledingzaken is vrouw
Bronnen: NRC, CBS (via TRED), Rabobank, KvK, FashionUnited, Motivaction