De Fashion Outlet: shopping wonderland of bedreiging voor de winkelstraat?
Fashion outlets lijken wel een soort Disneyland voor koopgrage luxepoezen: met gezellige cafeetjes, fonteinpleinen, keurige geveltjes en, waar het om gaat, scherp geprijsde winkels van merken als Nike, Hugo Boss, Michael Kors, Calvin Klein en Guess… Maar achter die vrolijke façade schuilt ook een minder vrolijke kant. “Een outlet is géén onschuldige winkelstraat!”, waarschuwt Paul te Grotenhuis van brancheorganisatie INretail.
Fashion outlets: opkomst in de jaren ’80
Het fenomeen fashion outlet ontstond in de jaren ’80 in de Verenigde Staten, als uitlaatklep voor overtollige voorraad. Inmiddels zijn outlets volwaardige shoppingdorpen geworden. Dankzij onze algemene honger naar deals voelt zo’n outlet voor veel consumenten als een lifestyle-hack: dezelfde look, maar niet het prijskaartje.
Vier fashion outlets in Nederland
Geheel volgens het cliché dat slim shoppen in Nederland zowat een nationale sport is geworden, doen onze vier fashion outlets het opvallend goed vergeleken met veel Europese buren. Roermond is een ware grootmacht met internationale allure en busladingen veelal buitenlandse toeristen, net als Batavia Stad, Rosada in Roosendaal en nieuwkomer The Style Outlet in Halfweg.
De machine achter outlets: buitenlandse investeerders
De outlets houden de gemoederen in de retail flink bezig. Er wordt hevig over gediscussieerd. Want omzetgroei lijkt goed voor de economie. Maar álles wat groeit, duwt ergens anders iets opzij. Achter deze fashion outlets zitten vaak grote buitenlandse investeerders die vooral rekenen in meters, marges en groeicurves. Zij zien een outlet als een formule die je opschaalt: meer winkels, meer bezoekers, meer rendement. Dat blijkt ook uit het artikel dat Het Parool er in november 2025 over schreef: alle vier de Nederlandse outlets willen namelijk uitbreiden... Groter, nóg meer winkels, nóg meer beleving.
Outlets: gevaar voor de binnenstad
Paul te Grotenhuis, manager pers en pr bij INretail, zegt in Het Parool dat er een duidelijk risico schuilt in de groei van outletcentra. “Als alles naar de rand van de stad verhuist, wie houdt dan de binnenstad levend?” Volgens Paul drukken outlets onvermijdelijk op winkelstraten, omdat klanten hun euro maar één keer kunnen uitgeven. In de outlet worden de grote tassen gevuld en in de winkelstraat volgt daarna de vraag waarom diezelfde jas daar altijd dertig procent goedkoper lijkt. Minder klandizie betekent uiteindelijk ook minder banen op de winkelvloer.
De échte magie: de échte winkel
De outlets mogen dan draaien als een sierlijke draaimolen met winkels als mooie paradepaardjes op volle toeren. Maar juist in dat gestileerde wonderland schuilt een onverwachte hoop voor de gewone winkelstraat. Een pretpark laat je even zweven en korting kan verleiden, maar het is de echte winkel waar je wordt gezien die blijft hangen. De winkelstraat is het kloppend hart van een vrije middag: de geur van vers brood, kinderen die langsfietsen, een verkoper die jouw stijl herkent nog vóór je iets hebt gezegd. Het warme advies, het oog voor detail, de kennis van stoffen en pasvormen. Geen outlet - hoe glanzend ook - kan dat kopiëren.